Labeotropheus fuelleborni is een soort waarvan vele geografische varianten bestaan die op vele plaatsen rondom het meer gevonden worden. Ze leven in rotsachtige omgevingen, met name in de brandingszone`s. Er bestaan binnen deze soort ook veel O en OB varianten, de mannelijk OB dieren worden "marmelade cat" genoemd. De oorspronkelijke herkomst van de OB variant die wij houden is ons helaas niet bekend. In het meer kunnen ze, afhankelijk van hun vindplaats, ongeveer tussen 10 en 18 cm groot worden. In het aquarium echter kunnen ze, als ze goed gevoerd worden, aanzienlijk groter worden. Bij ons zijn de mannen nu ongeveer 12 cm en de vrouwtjes ongeveer 8 cm. Afgelopen jaar (2007) hebben we een groep van 6 van deze vissen aangeschaft, 2 mannen en 4 vrouwen. Ze hebben tot kort geleden in de huiskamerbak gezwommen en daar gedroegen de mannen onderling zich redelijk goed, maar we hebben er toch één man en één vrouw uitgevangen, die naar de nieuwe bak van Thimo zijn verhuist. Voor Thimo`s aquarium hebben we nog 2 vrouwen bijgekocht, zodat het mannetje in die bak ook 3 vrouwen heeft. Ten opzichte van de andere vissen in de bak zijn ze redelijk verdraagzaam, behalve als het mannetje wil gaan paren, dan jaagt hij alles uit de buurt van zijn paaiplaats die hij dan maakt. De vrouwen zijn een stuk rustiger. Het zijn wel zéér productieve dieren, de vrouwen zwemmen vrijwel continu met jongbroed in hun bek rond. Het zijn echt schitterende dieren om te zien. Het is ook een zeer makkelijke eter, maar omdat het ook een "mbuna" is die vooral algrijk voedsel moet hebben krijgt hij voornamelijk groen voer ( spirulina, gemalen doperwten met gemalen garnalen, sla e.d.) |